Analyse van de partij Anand-Giri, Moskou, 27 maart 2016


Sergej Karjakin heeft in Moskou het kandidatentoernooi van de mondiale schaakfederatie gewonnen, en mag later dit jaar Magnus Carlsen uitdagen voor een tweekamp om de wereldtitel. Anish Giri, de Nederlander die opgroeide in Sint-Petersburg en Sapporo, speelde alle veertien partijen remise, en deelde de vierde plaats met drie anderen.

Giri stond vele malen op winst, maar bleek ondanks zijn Russische en Nepalese roots besmet met het bekende Nederlandse virus: niet bij machte om de genadestoot uit te delen. We kijken naar de partij, die Giri in de voorlaatste ronde met zwart speelde tegen ex-wereldkampioen Viswanathan Anand (ronde 13).

Na 45. Ld5 stond de meest kritieke stelling van de partij op het bord:

Giri speelde 45. --- Tf8, maar moest na 46. Df6 Da2+ 47. Kg3 Da7 48. Kg2 Da2+ 49. Kf3 Da3+ Kf3 Da3+ 52. Kg4 remise forceren door tweevoudige zetherhaling.

Giri kon vanuit de diagramstand echter op twee manieren jagen op de volle buit, met Kg7 en Tc5.

I. 45. --- Kg7, en nu:

A. 46. Dxf7+ Dxf7 47. Pxf7 c3, en de c-pion loopt door;

B. 46. Lxc4 f5 47. Kg2 Dc5 48. Lf1 Dd6 49. Kg3 Tc3+ 50. Pf3 Dxf4+ 51. Kxf4 Kf6 52. h4 h6, en wit wordt geplet onder de zwarte pionnenwals;

C. 46. Pxc4 Td8 47. Df3 De7 48. Dc3+ Df6 49. Dxf6 Kxf6 50. Pe3 Kg7 51. Kg3 f5 52. Lf3 Kf6 53. Pd5+ Ke5 54. Pe7 Td3 55. Pc6+ Kf6 56. Pb4 Td4 57. Pc6 Td2 58. h4 h6, en de zwarte pionnenstorm barst weer los.

II. 45. --- Tc5 en nu:

A. 46. Pxf7 Txd5 47. Ph6 Kg7 48. Pg4 Dd4 49. Dh6+ Kg8 50. De3 Dxe3 51. Pxe3 c3 52. Pxd5 c2 53. Pf6+ Kg7, en wit is helemaal uitgepraat;

B. 46. Lxf7+ Kg7 47. Lxc4 Dc7, en nu:

B1. 48. Pxg6 Dxf4 49. Pxf4 Txc4, en het witte paard is niet opgewassen tegen de zwarte toren;

B2. 48. Ld3 Dxe5+ 49. Dxe5 Txe5, en wit staat niet alleen een kwaliteit, maar ook nog een pion achter; de zwarte overmacht van koning, toren en twee pionnen tegen koning, loper en pion is veel te groot;

B3. 48. Df7+ Dxf7 49. Lxf7 Txe5, en wit staat weer een kwaliteit en een pion achter;

C. 46. Dd4 Tc7 47. Dxa7 Txa7 48. Lxc4 Kg7 49. Pxf7 Txf7 50. Lxf7 Kxf7 51. Kg3 Kf6 52. Kg4 h6 53. Kf4 g5+ 54. Kg4 Kg6 55. h4 h5+ 

Na 55. --- gxh4 56. Kxh4 h5 57. Kh3 krijgt zwart de witte koning nooit meer uit de hoek: Kg5 58 Kg3 h4+ 59. Kh3 Kh5 60. Kh2 Kg4 61. Kg2 h3+ 62. Kh2 Kh4 63. Kh1 Kg3 64. Kg1 h2+ 65. Kh1 Kh3. Wit staat pat, wat in de schaaksport remise oplevert.

56. Kg3 g4 57. Kf4 Kf6



We hebben, zij het met verwisselde kleuren, en wit aan zet, stelling 108 bereikt uit het standaardwerk over pionneneindspelen van Joeri Averbach, waarvan Sportverlag in Oost-Berlijn in 1988 de Duitse vertaling publiceerde:




Averbach, geboren in 1922, geldt als een van de grootste theoretici uit de schaakhistorie, maar behoorde in de periode 1945-1970 ook tot de brede mondiale top van toernooispelers.

Averbach laat zien, dat wit wint, als hij zijn koning op c5 heeft staan, en dat hij de witte koning altijd op dat veld krijgt.

1. --- Kc5 2. Kd3

Wit probeert om de zwarte koning heen te lopen. De zwarte koning kan hem niet eeuwig volgen.

2. --- Kd5 3. Ke3 Ke5 4. Kf3 Kd5

Zwart moet de oppositie opgeven, want als hij zich buiten het kwadraat b5-e5-e8-b8 begeeft, loopt de witte pion meteen door naar b8.

5. Kf4 Kd5 6. Ke4 Ke6 7. Kd4 (dreigt reeds Kc5) Kd6 8. Kc4 Kc7 9. Kd5!

Direct 9. Kc5 leidt tot remise na Kb7 10. b6?? Ka6 11. b7 (na 11. Kc6 staat zwart pat) Kxb7 12. Kb5 Ka7 13. Kxa5 Kb7 14. Kb5 Kh7 15. a5 Kb7 16. a6+ Ka7 17. Ka5 Kb8 18. Kb6 Ka8 19. a7 pat. Wit krijgt de zwarte koning zo nooit meer uit de hoek.

9. --- Kb6

Op 9. --- Kd7 volgt 10. b6 Kc8 11. Kc6 Kb8 12. Kb5 Kb7 13. Kxa5 Kb8 14. Ka6 Ka8 15. b7+ Kb8 16. a5 Kc7 17. Ka7, en wit haalt desgewenst twee dames.

10. Kd6 Kb7 11. Kc5 Kc7 12. b6+ Kb7 13. Kb5, en wit wint.

Keren we terug naar de stand na de 57ste zet van zwart in de analysevariant IIC van de partij Anand-Giri.

Zwart weet nu, dat hij na 58. Kg3 Kf5 59. Kf2 Kf4 60. Kg2 opnieuw kan beginnen, omdat g3?? 61. Kh3 g2 (na Kf3 staat wit meteen pat) 62. Kxg2 Kg4 63. Kh2 Kxh4 64. Kg2 Kg4 65. Kh2 h4 66. Kg2 h3+ 67. Kh1 Kh4 68. Kg1 Kg3 69. Kh1 h2 tot pat leidt.

Zwart speelt na 58. Kg3 Kf5 59. Kf2 dus Ke4! en wint via 60. Kg3 (op Ke2 wint g3 61. Ke1 Kf3, enzovoorts) 60. --- Ke3 61. Kg2 Kf4 62. Kf2 g3+ 63. Kg2 Kg5, enzovoorts.

Na 45. --- Tc5 en 45. --- Kg7 ziet het er heel goed uit voor zwart, maar het laatste woord moet komen van de menselijke experts en de electronische, dat wil zeggen, programma's, die op supercomputers ongeveer 500 Elopunten sterker zijn dan wereldkampioen Carlsen.

De schaakengines, die wij hebben (Fritz 6, Crafty 23), blinken bepaald niet uit in eindspelen. Dat geldt nog steeds voor het veel sterkere Crafty 24, dat gratis te downloaden is als tegenhanger van standalones als Fritz 15. Wij hebben de laatste dertig jaar weinig tot niets aan onze schaaktheoretische kennis gedaan, en kregen in de opening dus vrijwel geen poot aan de grond tegen Crafty 24, dat gewapend is met een enorme openingendatabase.

De ene keer dat we de openingsfase zonder kleerscheuren doorkwamen, wonnen we prompt, omdat Crafty er na gelijkopgaande strijd in het middenspel helemaal niets van bakte in het eindspel.


Copyright for all items on this website © 1999-2016 by Michel Franssen

Terug